Nieuwe beperking inzagerecht

Vandaag lag in het Vlaams Parlement een nieuw decreet op tafel over het hergebruik van open data van de overheid. In datzelfde decreet wordt ook gesleuteld aan het grondwettelijk recht op “openbaarheid van bestuur”. De Vlaamse overheid wou immers een nieuwe weigeringsgrond invoegen die toegang onmogelijk maakt tot ‘interne mededelingen’ uit overheidsinstanties, tenzij een hoger maatschappelijk belang daarom vraagt. En het verplichte register met openbaarheidsvragen zou verdwijnen. Finaal werd het ontwerp-decreet nog geamendeerd… De Wakkere Burger geeft hieronder zijn mening (en die van anderen). 

Vlaamse overheid kiest toch voor een zekere ‘beleidsintimiteit’ 

Het Vlaams Parlement had vandaag (woe 30/06) de omzetting van de zogenaamde Europese PSI-richtlijn 2019/1024 op de agenda. Dat nieuw decreet moet open data van de overheid vlotter beschikbaar maken. Maar in één soepele beweging wou dat decreet ook enkele regels inzake het inzagerecht in overheidsdocumenten aanpassen. Die informatie zou niet vlotter, maar juist moeilijker toegankelijk maken: 

  • Zo zou een nieuwe uitzondering op de openbaarheidregels worden ingevoerd: ‘interne mededelingen’ uit overheidsinstanties zouden niet meer openbaar zijn. De vrees bestond dat zo heel wat adviezen, mails… en andere documenten uit de beleidsvoorbereiding ‘onzichtbaar’ blijven voor geïnteresseerde burgers en onderzoeksjournalisten. 
  • Ook zou ook het register afgeschaft worden dat elke overheid moet bijhouden met inkomende aanvragen tot openbaarheid. De vrees bestond dat het zo moeilijk zou worden om na te gaan of overheden correct omgaan met inzagevragen.  

Het ontwerpdecreet werd eerder zonder tegenstemmen goedgekeurd in de bevoegde parlementscommissie. Aanvankelijk stond de goedkeuring door de plenaire vergadering verleden week al op de agenda, maar door alle beroering (zie lager) over het inzagerecht werd de behandeling verdaagd. Ondertussen kalfde het politieke draagvlak af om de artikels over het inzagerecht onveranderd goed te keuren.  

Eindresultaat 

Deze namiddag lagen dan ook een aantal amendementen op tafel die de oorspronkelijke artikels aanpassen. Deze amendementen (van N-VA, Open VLD, CD&V en Groen) werden uiteindelijk, samen met de rest van het decreet over open data, goedgekeurd. Dat leverde volgende beslissing op: 

  • De bewoording van de nieuwe uitzonderingsgrond werd verfijnd. Aanvragen voor toegang tot bestuursdocumenten mogen geweigerd worden ‘als de aanvraag betrekking heeft op interne communicatie‘. Het vervangen van ‘interne mededeling’ door ‘interne communicatie’ moet zorgen voor meer duidelijkheid over het toepassingsgebied van de nieuwe uitzondering. 
  • De afschaffing van het register met aanvragen gaat niet door. De indieners van het amendement erkennen dat het schrappen van deze registratie het moeilijker maakt om te controleren hoeveel aanvragen er zijn gedaan, wat ermee gebeurd is en of de termijnen gerespecteerd werden. Het werk van kritische burgers of verenigingen wordt daardoor bemoeilijkt. 

De Wakkere Burger is tevreden dat het Vlaams Parlement tussen de goedkeuring in de commissie en de behandeling in de plenaire vergadering de flexibiliteit heeft getoond om in te spelen op bezorgdheden uit de samenleving. En dus om de oorspronkelijke artikels over openbaarbaarheid van bestuur op de valreep nog aan te passen. Maar finaal betekent  de goedkeuring van het nieuwe decreet nog steeds de invoering van een openbaarheidsdrempel die tot vandaag niet bestond. De actieve burger of onderzoeksjournalist gaat er uiteindelijk toch op achteruit. De Vlaamse overheid kiest dus voor beleidsintimiteit boven transparantie. Men benadrukt wel dat het hierbij alleen gaat over interne uitwisseling van berichten, communicatie en mailwisseling tussen kabinetten en administratie, en administratie en kabinetten onderling. Adviezen van de administratie aan kabinetten en. opdrachten van kabinetten aan administratie vallen hier evenmin onder. 

De toekomst zal uitwijzen of deze nieuwe uitzonderingsgrond het recht op informatie en de kansen op participatie en beleidsinvloed zal hinderen. Twee aanbevelingen dus: 

  • Kan men de impact van de nieuwe regels op termijn evalueren?  
  • Kan men in de toekomst  de nodige tijd en ruimte vrij te maken voor een zinvolle reflectie vóór openbaarheidsregels worden aangepast? Bij voorkeur met de betrokkenheid van burgers die ervaringsdeskundige zijn inzake inzage. Zodat niet alleen het top-down perspectief van politici en ambtenaren wordt meegenomen, maar ook het bottom-up perspectief van actieve burgers, onderzoekjournalisten…  

Dossier 

Het wetgevingsdossier vind je hier terug (site Vlaams Parlement)  

Stevige kritiek van journalisten 

De Vlaamse Vereniging van Journalisten publiceerde eerder al deze open brief aan de Vlaamse wetgever met een stevige kritiek op de wijziging aan het Bestuursdecreet m.b.t. openbaarheid van bestuur. 

Ook de actieve burger is boos 

Peter Verhaeghe is actief binnen de Antwerpse burgerbeweging StRaten-Generaal. Voor hem was de toegang tot overheidsinformatie een essentiële hefboom om invloed te verwerven op de besluitvorming rond het Oosterweel-dossier. Op die manier werd hij een ervaringsdeskundige in het gebruik van openbaarheid van bestuur door burgeractivisten. Ook hij betreurt de beperking van de toegang tot bestuursdocumenten. 

Parlementair jubileum gevierd met afbouw van openbaarheid? 

Openbaarheid van bestuur is het recht van burgers en pers om over de schouders van het beleid mee te lezen in bestuurlijke documenten. Ook in Vlaanderen wordt het steeds vaker gehanteerd om te achterhalen hoe beslissingen tot stand komen. Het is zowel alert als louterend om niet enkel de beslissingen maar ook de voorafgaande besluitvorming te doorgronden. 

Dit grondrecht, door Prof. Marc Bovens benoemd als de 4e pijler van de democratie, kregen Belgen pas na de zwarte zondag van 1991. 

Het gebruik van ‘openbaarheid’ werd in het verleden bestuurlijk weinig aangemoedigd en de vorige Vlaamse regering voerde met unanieme meerderheid in 2019 geruisloos nieuwe formele drempels in om openbaarheid voor burgers minder aantrekkelijk te maken. 

Twee jaar later, net wanneer de gemeenschap de beperkingen van de pandemie achter zich laat, wil de Vlaamse regering opnieuw beknibbelen op dit grondrecht. De kans is groot dat het aan de aandacht ontsnapt. Op 23 juni, staat de stemming van nieuwe beperkende regels openbaarheid op de agenda van het Vlaams parlement. Ze zijn alweer bewust verdronken in een veelomvattende wijziging van het bestuursdecreet. 

De aanpassingen openbaarheid schijnen weinig zeggend. Nochtans is de kans groot dat door die nieuwe uitzonderingen bestuursdocumenten van de hand van administraties en externe adviseurs, die inzicht kunnen geven in beleid, niet langer openbaar ‘mogen’ zijn in Vlaanderen. 

Ook de afschaffing van het register openbaarheid is allerminst een akkefietje. Dit document biedt informatie over hoe besturen omgaan met openbaarheid, wat ze antwoorden en binnen welke termijn. Het is voor het parlement de graadmeter over het correct gebruik van dit grondrecht. Het document zal verdwijnen. Officieel omwille van privacyregels en ‘administratieve vereenvoudiging’. Dat je het register ook kan handhaven zonder de namen van de vraagstellers te vermelden, dat je vandaag zelfs één globaal register zou kunnen aanleggen voor alle overheden, als digitale intelligente hulp voor burgers, besturen en parlement, die ambitie hebben de auteurs van het voorstel volstrekt niet. Dat burgers en parlement hierdoor alweer een instrument wordt ontnomen om mee te kijken, te waken en de juiste toepassing van openbaarheid te volgen, blijft (bewust) volstrekt buiten beeld. 

Het grondwettelijk recht, om geduldig procedureel je weg te zoeken doorheen overheidsstukken verder kortwieken, net nu wordt aangetoond dat die openbaarheid zo essentieel is voor de democratische controle van het beleid door burgers, heeft echt geen pas. Van democratische volksvertegenwoordigers verwacht je, ongeacht hun visie, dat zij tot taak hebben te waken over de democratie. Dat het hun primaire taak is om de democratische pijlers te handhaven en verstevigen. 

stRaten-generaal hoopt dat het parlement de beide aanpassingen van de openbaarheid minstens aan een grondige evaluatie onderwerpt en ze daarom uit de voorliggend wijziging van het bestuursdecreet licht. Het is immers net nu, gepast stil te staan bij openbaarheid en te onderzoeken hoe die beter en vlotter kan. Het is ook het juiste tijdstip om een debat ten gronde te voeren over de rol van openbaarheid als instrument van de ‘monitory democracy’ zoals omschreven door John Keane. 

Burgers en pers net actiever over de schouder laten mee kijken, dwingt het beleid om het welzijn en de gezondheid van de burgers die ze vertegenwoordigen nooit te vergeten. 

De voorbije pandemie en ook de klimaatzaak zijn hiervan alvast actuele bewijzen. 

Lees meer

Recent

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van al het De Wakkere Burger nieuws.