Right to challenge: wat betekent het?

Het ‘right to challenge’ dook in september 2019 op in het Vlaamse regeerakkoord. Het idee maakte eerder ook al opgang in andere Vlaamse beleidsdocumenten en heeft al een langere voorgeschiedenis  in enkele buurlanden.

Maar wat betekent dat ‘recht om de overheid uit te dagen’ nu precies? Wat betekent het voor de verhouding tussen burger en lokaal bestuur? 

Betekenis 

Het ‘uitdaag-principe’ laat toe dat buurtbewoners en/of plaatselijke ondernemers bepaalde (bestaande) publieke taken of diensten overnemen wanneer zij overtuigd zijn dat kunnen instaan voor een beter, efficiënter of goedkoper beheer. Ze kunnen op die manier waarde en kwaliteit toevoegen aan diensten en – niet onbelangrijk! – aan hun eigen leefomgeving. Bv.: het beheer van buurthuizen, sportinfrastructuur, bibliotheekantennes, etc., het organiseren van een tijdelijke invulling van een open plek, het aansturen van het onderhoud van straten, pleinen of groen in de buurt, het zelf ontwerpen van plannen voor de buurt… 

Die overname kent in de praktijk verschillende vormen, blijkt uit de Nederlandse praktijkvoorbeelden [zie lager voor ]. Soms gaat het eerder om het aansturen van taken, soms over de praktische uitvoering. Buurtbewoners kunnen bijvoorbeeld een beter groenbeheer in hun straten en parken willen. Die burgers kunnen dan meer zeggenschap eisen over de groendienst of ze kunnen zelf met spade en hark aan de slag. Alleszins moet de nieuwe uitvoering wel aan een aantal voorwaarden blijven voldoen: er blijft uiteraard een budget nodig, een opvolging door het lokale bestuur, kwaliteitsbewaking… en een breed draagvlak en betrokkenheid in de buurt. 

Voorgeschiedenis 

De wortels van het right to challenge liggen in het Verenigd Koninkrijk. Met de ‘Localism Act’ uit 2011 wou de Britse regering burgers en lokale gemeenschappen meer greep geven op het lokale beleid. Dat maakte deel uit van ‘The Big Society’ van prime minister David Cameron die burgers nieuwe juridische hefbomen aanbood om de planning van hun buurt bij te sturen, om buurthuizen te beschermen… Samengevat: om overheidstaken over te nemen wanneer zij dachten die beter konden uitvoeren dan hun lokaal bestuur. 

Het right to challenge waaide enkele jaren later over naar Nederland. Daar paste het binnen de ontwikkeling van de ‘doe-democratie’ en de ‘participatiesamenleving’. De Nederlandse overheid stelde een verhoogde mondigheid vast bij burgers, een versterkt organiserend vermogen in de samenleving… maar ook minder sociale cohesie en een terugtrekkende verzorgingsstaat. Tientallen gemeenten gingen sinds die tijd concreet aan de slag. Onder noemers als ‘bewonersbod’ of ‘ ‘buurtrecht’ kwamen sportzalen, buurthuizen en groenbeheer in handen van buurtbewoners of verenigingen. Er kwam ook een juridische verankering. In 2014 gaf een aanpassing aan de wet op openbare bibliotheken bewoners het recht geeft om een bibliotheek over te nemen wanneer die zou sluiten. De wet op maatschappelijke ondersteuning vermeldde in 2015 het recht voor burgers om onderdelen van de zorg zelf uit te voeren. 

Voorbeelden uit Nederland 

ZWOLLE – Buurtbewoners namen de jaren ‘90 het plaatselijke openluchtzwembad over toen dat met sluiting werd bedreigd. Zwemliefhebbers moeten aansluiten bij vriendenvereniging van het zwembad. Als lid koop je een jaarabonnement én verwacht men een vijftal uur vrijwilligerswerk per seizoen. In ruil daarvoor kunnen zwemmers de hele zomer genieten van het openzwembad. 

UTRECHT – Deze stad kent al een aantal jaren het ‘bewonersbod’: de lokale regeling van het recht om uit te dagen. Ook hier kwam lokale sportinfrastructuur in het vizier: Twee lokale basketclubs vonden geen  geschikte en betaalbare sportruimte. Via een bewonersbod namen ze in 2016 het beheer over van sporthal Lunetten. Men rekent op een slimmer beheer zodat de bezettingsgraad van de accommodatie omhoog gaat, een betere exploitatie van de horeca,… Het gebouw blijft eigendom van de gemeente, die ook blijft instaan voor het groot onderhoud. 

NOOTDORP – In deze gemeente, niet ver van Den Haag, houden winkeliers zelf het winkelcentrum schoon. Door het indienen van een right to challenge beschikken deze lokale ondernemers nu zelf over de nodige (financiële) middelen om snel te kunnen optreden tegen vervuiling. 

AALSMEER – Het lokale Seringenpark in Aalsmeer telt een unieke verzameling van meer dan 100 variëteiten van seringen. Maar het onderhoud van deze kwetsbare bomen kon beter, volgens buurtbewoners. Daarom nam hun ‘werkgroep Seringenpark’ het onderhoud tot 2022 over van het gemeentebestuur over. Via het right to challenge wil de bewonerswerkgroep de kwaliteit van het park verbeteren. 

OSS – In de een deelgemeente daagden inwoners de gemeente uit rond de organisatie van een kermis. Samen met plaatselijke horecaondernemers maakten ze slimme combinaties tussen horeca en kermis. Zo maakten ze hun dorpskermis aantrekkelijker voor ouders met een terras en feesttent. 

ROTTERDAM – Inwoners van de Schepenstraat waren zelf opdrachtgever voor de herinrichting van hun eigen straat. Ontevreden over de gemeenteplannen, maakten ze in 2015 gebruik van het right to challenge. Er bleek een groot draagvlak  veel draagvlak van bewoners voor deze aanpak. Bij een straatreferendum was bijna niemand het idee om het inrichtingsplan bottom-up uit te werken. Een kerngroep ging aan de slag, waar nodig met ondersteuning aan de gemeente of andere instanties. Bewoners werden betrokken via workshops Zo ontstond een plan met draagvlak in de straat. 

Lees meer

Recent

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van al het De Wakkere Burger nieuws.