Vijf tips voor een inclusieve democratie

Hoe geef je mensen met een migratieachtergrond een stem in het beleid? Nu gebeurt dat te weinig. Op maandag 29 april kwamen een aantal politici in het Brussels gemeenschapscentrum De Markten luisteren naar mensen uit het werkveld. Ervaringen uit de praktijk werden voer voor een stevig gesprek. Resultaat: een aantal concrete tips voor politieke mandatarissen. 

Tip 1: Participatie begint bij luisteren 

Al te vaak wordt de discussie over mensen met een migratieachtergrond verengd tot een rechtendiscours in plaats van een discours over hun potentieel in onze maatschappij. “Nochtans is de manier waarop je naar deze mensen kijkt sterk bepalend voor het samenleven in je gemeente”, zegt Didier Vanderslycke van Orbit vzw. Voor hem begint politieke participatie dan ook bij deze simpele boodschap: “Ik heb jou nodig, want jij bent belangrijk.”  

 “Luisteren naar ideeën en bekommernissen is daarin een belangrijke eerste stap, want het maakt dat mensen zich sneller deel voelen van hun nieuwe omgeving”, zegt voorzitter Dominique Ballegeer van Welzijnsschakel Jakoeboe Oostende, een initiatief dat werkt met én voor vluchtelingen en mensen zonder papieren. Hun participatie kan beter. Hij ervaart vanuit de politiek echter maar weinig interesse voor etnisch-culturele minderheden, die ondertussen reeds tweeëntwintig procent van de Oostendenaars uitmaken. “Na zoveel jaar bestaan is nog geen ambtenaar of politicus komen kijken naar wat wij doen”.  

Celia Ledoux (Groen) benadrukt dat er naast mensen met een migratieachtergrond nog veel andere groepen in de samenleving geen gehoor krijgen. “Dat is een groot democratisch deficit.” Zeynep Balci (Sp.a) beaamt dit. “Zelf actief op zoek gaan en beroep doen op sleutelfiguren is van cruciaal belang om kwetsbare mensen te bereiken. Alleen zo wordt een opening naar verbondenheid en participatie in de stad gemaakt.”  

Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD) benadrukt dat politici vooral goesting moeten hebben in burgerparticipatie. Participatie is toch een zekere investering van tijd en middelen.. Er is ook een open houding nodig in dat proces, naast andere kwaliteitselementen: een zekere representativiteit bij de deelnemers, feedback bij hun input; 

Tip 2: Schrijf formele participatiekanalen niet af, maar zet ze in om een breder publiek te bereiken 

Tegenwoordig wordt de relevantie van structurele participatieorganen, zoals adviesraden, in twijfel getrokken. Toch zetten een aantal raden de laatste jaren in op een veranderingsoperatie en tonen aan dat ze opnieuw een dynamisch vehikel kunnen zijn voor brede participatie.  

Frans De Wachter illustreert dit met het voorbeeld van zijn Mechelse Cultuurraad. In het kader van een denkoefening en transitietraject om tot meer dynamiek in de raad te komen, maakte men ook werk van een meer diverse samenstelling. Ondertussen zijn een aantal etnisch-culturele gemeenschappen en organisaties vertegenwoordigd in het bestuur van de adviesraad. “Zo’n traject neemt wel enkele jaren in beslag”, benadrukt De Wachter. Maar het levert ook een meerwaarde op. Wie andere doelgroepen op tijd betrekt bij de culturele programmatie, krijgt ook een andere invulling daarvan: bv. een nieuw initiatief rond hip-hop. Deze diverse benadering moet zorgen voor een cultuurbeleid waarin alle Mechelse  cultuurgemeenschappen zich thuis voelen en waarvan ze ook gebruik maken.    

Sven Gatz beaamt dat formele participatieorganen goed kunnen werken als je de betrokkenheid open trekt. “Alleen vergt dit veel inspanning. En ze moeten samen gaan met meer informele vormen van participatie, met het inschakelen van brugfiguren…”. Kathleen Van Den Daele van het Minderhedenforum waarschuwt voor een mogelijk spanningsveld. “We moeten oppassen dat mensen met een migratieachtergrond in de zoektocht naar representativiteit niet louter ingeschakeld worden als excuustruus.” Nicole de Moor (CD&V) voegt toe: “Het middenveld heeft een belangrijke rol in het streven naar representativiteit bij zowel formele als informele participatievormen. 

Tip 3: Laat nieuwkomers zich meteen registreren bij hun inschrijving in de gemeente 

Stemrecht is in een democratie een essentieel burgerrecht. Dat is ondertussen ook zo voor niet-Belgen bij de gemeenteraadsverkiezingen . Toch registreerde in 2012 minder dan één op de vijf niet-Belgen zich als kiezer voor die lokale verkiezingen. Dat zijn ruim 650.000 Belgen die geen gebruik maakten van hun gemeentelijk stemrecht. Met de campagne ‘Ik stem ook’ bundelden De Wakkere Burger samen met Orbit vzw en het Minderhedenforum de krachten om dit percentage op te krikken. Lokale besturen kregen ondersteuning bij hun communicatie naar nieuwkomers en tips om de registratie van deze doelgroep te vergemakkelijken. Resultaat: in 2018 noteerde men tussen maart en de registratiedeadline in augustus het stempercentage in heel  Vlaanderen met een gemiddelde stijging van 37% geregistreerde kiezers. In een aantal gemeenten waar de campagne intensiever aan de slag ging, bedroeg dit cijfer zelfs meer dan 100%, met als hoogste uitschieter 186,7%. De inspanning loont.  

Toch is er nog werk aan de winkel. “In veel gemeenten zijn er problemen op vlak van onthaal en registratie”, vertelt Wim Van Roy van De Wakkere Burger. “Waarom ontwikkelen gemeentebesturen geen reflex om nieuwkomers tijdens hun inschrijving aan te sporen om zich te registeren voor de verkiezingen? Op de website van iedere gemeente zou er ook gewoon een ‘registreer-knop’ kunnen zijn.” Ook bij de stembusgang bestaan er onduidelijkheden over de procedure voor niet-Belgen. 

Gatz uit zich alvast voorstander van een eenduidige procedure in elke gemeente. Nele Vandenbempt (PVDA) zou zelf nog verder gaan. “Waarom zorgen we niet voor een automatische registratie bij elke nieuwe inschrijving in de gemeente? Stemmen is een recht, geen voorwaarde.” In Brussel is de registratieprocedure voor elke gemeente verschillend. “Dat moet toegankelijker”, vindt Gilles Verstraeten (N-VA). “Wél is hij geen voorstander van het automatisch maken. Ik verwacht een minimum aan inspanning van iemand die hier niet geboren is.” 

Tip 4: Bestudeer een uitbreiding van het stemrecht voor niet-Belgen tot het regionale niveau – in het bijzonder in het Brussels Gewest 

Olivia ten Horn, initiatiefnemer van One Bru One Vote ijvert voor stemrecht voor het Brussels Gewest. “Dertig procent van de Brusselaars is niet-Belg. We zijn sociaal en economisch geïntegreerd, en toch worden we politiek nog altijd niet gehoord. Brussel kan zo uitdragen dat ze de hoofdstad van Europa is”, aldus ten Horn. De meeste aanwezige politici vinden dit een interessant idee voor Brussel. “Hopelijk wordt dit wel een inclusief en geen elitair project voor EU-burgers”, merkt iemand op uit de zaal.  

Tip 5: Maak van burgerparticipatie een punt in je beleidsakkoord 

“Vandaag zijn mensen met een migratieachtergrond in alle domeinen ondervertegenwoordigd. En dat zet zich door in het stemmen”, zegt Vanderslycke. Hij legt een provocerende vraag voor aan het politieke panel: “Willen jullie deze kiezers wel?”  

“Hoe meer mensen met een migratieachtergrond stemmen, hoe meer ze een doelgroep zullen worden voor politici om mee rekening te houden”, zegt Ledoux. Volgens Gatz zijn de resultaten van de ‘Ik Stem Ook’-campagne alvast doorslaggevend voor veel politici om met deze mensen aan de slag te gaan. Ook zijn de politieke partijen volgens hem zeker geïnteresseerd in de stemmen van minderheden. 

Wél vraagt hij zich af hoe je gemeenten kan stimuleren om participatie permanent in te voeren in het beleid. Hij is overtuigd van de extra dimensie die participatie geeft aan je beleid, maar vindt het geen goed idee om dit te institutionaliseren. “Hierdoor riskeer je dat besturen gewoon zullen uitvoeren en de goesting en naturel die bij participatie broodnodig is, zal verdwijnen.” Vanderslycke is het daarmee eens, maar benadrukt: “Er is geen decreet nodig om van participatie een punt te maken. Schrijf het gewoon in je bestuursakkoord. 

 

Lees meer

Recent

Ontvang het laatste nieuws

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte van al het De Wakkere Burger nieuws.